tegenover me gaat een vrouw zitten, langs ons raast de veluwe. ik rij naar huis en ik ben bang. bang dat ik saai ben, niet genoeg ben, hét niet ben. ik ben er bang voor en ik spreek mezelf tegen. ben ik soms twaalf? ik lach alsof ik mijn eerste grap ooit hoor, maar mijn maag lijkt salto's te maken voor de grand prix turnen.
ik snap er niets van. hoe langer ik denk, hoe waarschijnlijker en onwaarschijnlijker tegelijk het lijkt te worden. onzekerheid. angst. twijfel. ik wil het niet denken, maar ik doe het toch, het positieve en het negatieve. weer die twijfel.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten