maandag 15 juni 2015

over onsterfelijkheid

vandaag sneed ik mezelf aan een broodmes. het was een klein sneetje waar verbazingwekkend veel bloed uit kwam, maar daar gaat het niet om. de koude straal water uit de kraan stelpte het bloeden en daarna plakte ik een pleister. nu net, er op vertrouwend dat het bloeden wel was gestopt, trok ik voorzichtig de pleister eraf en bekeek de snee nog eens aandachtig. en een onmogelijk besef sloeg me in mijn gezicht.

ons eigen lichaam is alleen zo kwetsbaar als we zelf denken als het is. onze huid lijkt afdekfolie. sterk, maar niet onmogelijk te schaden. zo is niets van ons echt onsterfelijk, alles van ons zal op een gegeven moment vergaan. onze vingers, navels, organen binnen in ons lichaam, ons haar en onze botten zullen met de tijd verdwijnen. in feite blijft er niets van ons over, behalve stof die langzaam zal wegzakken in de aarde.

maar.

het feit dat we bestaan, dat we denken, zien, voelen en weten dat we hier zijn, is iets. een ongrijpbaar iets wat niemand ooit in zijn compleetheid zal kunnen omschrijven. het zijn. de aanwezigheid en onzichtbare afdruk die we op de wereld achterlaten. deze zal nooit echt vergeten worden. niet iedereen zal onthouden wie je was, maar altijd wel iemand. mijn zusje, mijn achternicht, ik had ooit een oma, mijn bet-overgrootoma; altijd wel iemand.

niets van ons is onsterfelijk, behalve wijzelf.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten