dinsdag 19 november 2019

“je hebt moeite met personen loslaten omdat je jezelf nooit echt gevoelens toelaat. dat weerhoudt je van het rouwen,” giste ze. en ze had gelijk. het tegenover haar toegeven was makkelijk. ik zou echter nog liever van een cliff springen dan haar gelijk aan mezelf voorleggen en accepteren, maar ze had inderdaad gelijk.

al mijn leven lang heb ik het moeilijk met mensen emotioneel laten gaan. ik stel me voor, fantaseer, verlang, mis en verkies altijd drama boven heling. 
jij, lachend op de basisschool. 
jij, liggend op bed in deventer. 
jij, ver weg in halle. 
jij, aan ons diner in antwerpen. 
jij, voetballend in lunetten. 
jij, genietend van muziek in ekko. 
ik laat niemand echt gaan en hou iedereen krampachtig vast in mijn hart, terwijl die grip gebaseerd is op niets meer dan een overblijfsel van herinneringen. sentimenteel, noemen ze dat ook wel, geloof ik. als het kon, zou ik mijn herinneringen het liefst allemaal uitprinten op film en achter elkaar afspelen, als een hele lange film in een verlaten bioscoop. 

jarenlang heb ik het zo gedaan, of beter gezegd volgehouden. dit voelt nu als een breekpunt, als de coach van een olympische sporter die roept, “het is nu of nooit!”. lijden of loslaten. maar wat nu als ik helemaal niet wil loslaten? van wie zal ik dan houden? het is tijd om te gaan zoeken. naar het begin, naar het waarom en naar een weg om het te kanaliseren. waar een wil is, is een weg. welke weg wordt de mijne?

maandag 26 augustus 2019

onder een helder blauwe lucht en wat voelde als een deken van warmte lag ik vandaag te denken. tien minuten lang was ik stil en dacht ik aan jou. wanneer je me ziet, zal ik nooit mijn cool verliezen al is de innerlijke paniek nog zo groot. iets aan jou trekt me aan en ik blijf je maar opzoeken. wanneer je tegen me praat, word ik stiekem zo gelukkig. ik denk dat je niet eens beseft dat je nog steeds in me zit. eergisteren zag ik je en praatten we weer. de dag ervoor droomde ik over je.

al met al blijf ik het verwarrend vinden. soms beeld ik me in dat we samen zijn en sta ik mezelf toe om even te verdrinken in een fantasie. wat zouden je ouders van me vinden? waar zouden we heen gaan op vakantie? hoe lang zou een knuffel duren? hoe zou je kussen? zouden we lang bij elkaar zijn? was je blijer geweest met mij dan met haar? het eindigt altijd triest. ik weet echt wel dat laten gaan de beste optie is, maar het wil maar niet lukken. ik geef te veel om je en ik begrijp niet meer waarom.

donderdag 2 mei 2019

ooit zei je tegen mij “jij bent wel een soort van speciaal”. ik weet niet of ik dat ooit ga vergeten, als ik heel eerlijk ben. nu is het iets geworden waarvan ik stiekem in de war raak. het is ‘ja toch?’ en ‘ga je nog?’ en omhelzingen en flauwe grapjes. eigenlijk is het ook weer niets en dat geloofde ik.

drie weken geleden was je jarig. op mijn smsje reageerde je niet, maar toen liep je in de avond langs. niet naar de balie, maar erom heen. een knuffel. en twee woorden. ‘dankjewel, schat’. dat was eigenlijk het enige wat ik nodig had op dat moment. fuck de garderobe, fuck werk, fuck je vriendin en fuck de rest. ‘schat’ vond ik altijd een verschrikkelijk woord. niemand noemde mij ooit zo. ik snapte het niet totdat jij het zei. mijn hart haalde adem.

bijna een maand later begrijp ik nu: het is niet omdat niemand me ooit schat noemde. iemand had het al eerder gedaan. vrienden vertellen me dat ze van me houden. mijn ouders omhelzen me. nee, het is niet omdat niemand me ooit zo noemde; het is omdat jij het was.