dinsdag 23 juni 2015

'genoeg' denk ik, terwijl ik in mijn nieuwe stoel zit en mijn ogen dichtknijp. het is genoeg geweest.

keer op keer draaide ik om haar heen. geen woorden maar wel lachjes kwamen eruit. sorry's en all that. over en over probeerde ik er een draad aan haar ongrijpbare persoon vast te knopen, maar ze pakte hem niet. mensen horen niet alles van anderen te verwachten, zo zit de wereld niet in elkaar. niemand zal letterlijk alles voor iemand over hebben en uiteindelijk, hoe tesamen dan ook, is iedereen echt alleen. en ik ben moe.

geanimeerd geflirt. lopende gesprekken. gelach en een zachte stilte. een zon en een autorit. alles was afstandelijk en voorzichtig. durfde ze niet? of wilde ze niet? een stilte en een dip. een tweede afspraak en een afzegging. tranen, stilte en alles wat niet gezegd is.

ze was nooit echt de mijne geweest.

maandag 15 juni 2015

over onsterfelijkheid

vandaag sneed ik mezelf aan een broodmes. het was een klein sneetje waar verbazingwekkend veel bloed uit kwam, maar daar gaat het niet om. de koude straal water uit de kraan stelpte het bloeden en daarna plakte ik een pleister. nu net, er op vertrouwend dat het bloeden wel was gestopt, trok ik voorzichtig de pleister eraf en bekeek de snee nog eens aandachtig. en een onmogelijk besef sloeg me in mijn gezicht.

ons eigen lichaam is alleen zo kwetsbaar als we zelf denken als het is. onze huid lijkt afdekfolie. sterk, maar niet onmogelijk te schaden. zo is niets van ons echt onsterfelijk, alles van ons zal op een gegeven moment vergaan. onze vingers, navels, organen binnen in ons lichaam, ons haar en onze botten zullen met de tijd verdwijnen. in feite blijft er niets van ons over, behalve stof die langzaam zal wegzakken in de aarde.

maar.

het feit dat we bestaan, dat we denken, zien, voelen en weten dat we hier zijn, is iets. een ongrijpbaar iets wat niemand ooit in zijn compleetheid zal kunnen omschrijven. het zijn. de aanwezigheid en onzichtbare afdruk die we op de wereld achterlaten. deze zal nooit echt vergeten worden. niet iedereen zal onthouden wie je was, maar altijd wel iemand. mijn zusje, mijn achternicht, ik had ooit een oma, mijn bet-overgrootoma; altijd wel iemand.

niets van ons is onsterfelijk, behalve wijzelf.

zondag 7 juni 2015

alles zit in mijn hoofd en ik voel het ronddraaien. 
een eindeloze rotatie van twijfels, angsten, twijfels, angsten. 

stop. 
stop. 
genoeg. 

misschien is het maar beter zo. ik ben er klaar mee. daar ga ik spijt van krijgen. ik kan het niet. niet stoppen. wel stoppen. ik doe alsof je niet bestaat. je bent er nooit geweest. en toch ben je er. ik spiek en ik gluur en je bent er. je bent niet weg. ga weg uit mijn hoofd. 

rust. 
ik wil rust. 
geen angstrotatie. 
stop. 

voor ik gek word. voor ik in het diepe val. of lig ik dat al? voor ik mezelf uit het oog verlies. voor ik begin te drinken om twee uur 's middags in de zon. voor ik begin te roken in de achtertuin tegen een blauwe hemel aan. voor ik in cirkels wegfiets, de trein neem en niet meer terug kom voor jou, ook al stond je er in je leren jasje, in je blauwe spijkerbroek, in je volledigheid en ik was er niet.

dinsdag 2 juni 2015

“Ik hoop dat je ooit
het antwoord zult zijn,
in plaats van de vraag.”

 
dromendrinkenalsontbijt