donderdag 7 mei 2015

kronkelt

I.
ik wil je zo graag.
zien,
voelen,
proeven,
verkennen,
schuilen,
dragen,
nemen,
geven.
ik ben niet verliefd.
echt niet.
ik ben toch zo irrationeel.
ik ben niet verliefd,
nee hoor.

II.
maar stel nou, stel nou.
is dit hoe het voelt?
het gek gedreven worden van haar twee maanden niet zien?
het constante harde missen van elkaar in een sleur?
het aanstellerig zwemmen in stemmingswisselingen en onzekerheden?
het tot diep in de nacht wachten op het geruststellende woord?
het achteloos reizen door tijd zodat vier maanden net vier dagen lijken?
stel, ik voel dit.
ben ik het dan?

III.
"je bent een goede vriend om te hebben"
ik draai me om in bed en ik snik.
het is niet genoeg.
gewoon niet genoeg.
ik knijp mijn ogen stijf dicht,
probeer me een bos in te beelden.
je gezicht drijft langs.
mijn concentratie verslapt
en ik trek aan mijn haar.
ik voel niets en ik voel te veel.
ik voel alles wat ik niet wil voelen
en alles wat ik niet mag voelen.

zondag 3 mei 2015

het waait en ik loop langzaam. het voelt warm en vochtig. ik draai een rode paraplu in mijn hand, gewoon voor de zekerheid. ik passeer een perkje vol paardebloemen en een paar wilde eenden, en ik herinner me: vorig jaar deed ik ook zoiets, twee weken later. een e-mail was er, en een hoofd vol twijfels. 
ik werd gek toen,
van angsten en gedachten.
ik wil nooit meer zo zijn.
ik beloofde mezelf:
dit mag me echt
nooit meer overkomen.


dit jaar loop ik dezelfde route. niet zo bang en niet zo gek, wel de twijfels, dar wel. dat hoort erbij, vertel ik mezelf, en ik weet het ook. een ander persoon, een andere situatie. ik adem diep in en uit en loop door. ik snuif en de geur van door aarde opgezogen regen dringt mijn neus binnen. mijn vingers worden koud. ik voel me merkwaardig leeg. ik lijk in staat te zijn om honderd decibel te schreeuwen en tegelijkertijd honderd jaar meer te slapen. ik voel me anders nu.
ouder en beter,
al weet ik niet hoe. 


langzaam besluit ik mijn weg naar huis. 

de paraplu heb ik geen moment nodig gehad.